Voor mijn bachelorthesis deed ik onderzoek naar de vraag: "Wat is goed leiderschap?". In de inleiding schreef ik een stuk over welke leiders mij in het beantwoorden op die vraag hebben geïnspireerd. Ik ben benieuwd welke leiders jouw inspireren... Inspiring leaders As long as I can remember I have been fascinated by leadership. As a little girl, I adored the typical prototypes of leaders. Like my grandfather, a big man with a low and steady voice, who used to be the CEO of a multinational transport company. When he told a story everybody made sure he or she listened, as he somehow always seemed to be ‘right’ about things. He had a huge desk covered with piles of papers and when I was visiting as a 4-year old girl, I was allowed to sit on the desk so I could overlook the room. Now and then his secretary would walk in, excusing herself in a polite manner, handing over a sheet at which my grandfather placed his autograph with an almost dramatic gesture. He was CEO, because his father was CEO before him. My second big leader was my teacher Jacqueline. She did not smoke pipe like my grandfather, neither was she big and grey like him. To the contrary; Jacqueline was young, energetic, sparkling and wore colorful clothes. She was always encouraging, said ‘yes’ to crazy initiatives any 10-year old can come up with (like trying to write a ‘dictee’ with your other hand) which enabled our class to make the first steps towards discovering a world of unconventionality at a very young age. Jacqueline gave us a lot of freedom, yet everybody seemed to do what she wanted. Nobody would dare to mess around with her or to challenge her authority. Jacqueline was truly fascinating. Jacqueline was a leader. At the age of 16, I had the privilege to meet Jan Peter Balkenende. It made quite an impression on me to meet someone who, in my eyes at that time, seemed so ´important´ and was leading the country. Though he did not sparkle nor empower me like Jacqueline did, nor did he have this natural authority vibration you would just instantly respect, like my grandfather had had… still, he was our prime minister, carrying the responsibility to represent 15 million people, and lead our country in the right direction. What made all these citizens trust or even follow this person? I think one very big part about my fascination about leadership is the normative side around it. Though there are a lot of leaders, not everybody is a ‘good’ leader. The people mentioned above where good leaders to me. But also they served my interest at that current time. When working in a restaurant as a waitress I had a boss who snapped at me and only had an eye for things I did wrong and was not the slightest inch considered with my feelings. When he asked me for a favor of stepping in for a sick colleague I politely declined; he never had eye for my needs, now did he? Why would I care for his? Though I did not consider him to be an inspiring or good leader, I know in the restaurant world he was valued for his entrepreneurial way of running his business. I am sure everybody can mention people in their private and professional lives who have been a natural true leader for them, and others who might carry the title ‘leader’, but do not serve you in any way. As it is natural to avoid people who you don’t like in private life, the most obvious place where to encounter (and having to deal with) leadership, the good and the bad leaders, is the working environment. Last year I could practice with being ‘a leader’ myself in a semi-professional environment. I held a position at the national board of a large student organization. Instead of making it more clear or getting any ‘aha’ feeling about leadership at all, it only made the concept more complex. It does not only take a position to be a leader. First of all, you need people to follow. This inclines that you also need a sense of direction, towards which you can lead the followers. But that is not enough, apart from knowing where to go, followers will need to have some kind of incentive to follow you (because they believe the direction I point out is the right one? Because they feel they have to obey positionauthority? Because they are reciprocal?). And then still, you can point out the dot on the horizon, but what if they don’t see the dot? Or they mistake it for another dot? Or they think the dot is too vague, or too far away/not reachable, or the dot does not ‘intrinsically motivate them’? Enough questions and challenges in a year of playing around with leadership issues! And these challenges to me only made the concept of leadership more dynamic, more interesting. How can you be a better leader? And is there such a thing as ‘a good leader’? Is there a universal checklist with boxes that the leader has to ‘check’? What does it take to be a leader? Is one person born to be a leader and the other person born to be a good follower? And actually, to get somewhere in an organization; you need a good follower just as much as a good leader, and that makes the follower a leader as well. Followers have different preferences on how they want to be lead; is there one perfect leader matching all their needs? And is that actually the task of a leader? To please people? To provide a safe environment? Or to push them over the edge and lead them beyond their limits and enable them to tap into their own unexplored potential? This is just a small sketch of the endless issues surrounding the concept of leadership. When it was time to choose a thesis topic, I wanted to pick a topic for which I already would have a natural fascination and unlimited curiosity, as well as something that would be challenging and dynamic; that is how my research question was being born. This is what thrived me during the research and writing process of my bachelor thesis and I know will continue to thrive me in the future. Wat fascineert jou aan leiderschap??! Laat het gerust weten door een comment te plaatsen!
0 Reacties
Ken je dat, de novembermaand? De lucht is klammer, de wind krachtiger en je handen om je fietsstuur zijn kouder dan voorheen op de nattige fietsroute naar huis. De avond is ingevallen en de straten bezaaid met gehaaste fietsers die, ineengedoken in de kraag van hun jas, zich haasten naar de warmte van een huis dat op hun wacht. Door zo’n Amsterdam fietste ik deze week naar huis, mijmerend over een warme vakantiebestemming, zonder me precies bewust te zijn van wat ik dacht. Totdat ik bij het kruispunt in de buurt van mijn huis deed ik wat ik altijd doe: vlak voor het naderende stoplicht voorsorteren, een gewaagde oversteek naar de stoep aan de overkant maken en daar mijn bewustzijnslamp ineens weer aanging en ik moest denken aan… Singapore. Het was niet het verlangen naar een warm klimaat dat me aan dat kleine Aziatische land deed denken, noch mijn naderende vakantie… Dit ging over de essentie van mijn werk! Van Singapore raasden m’n gedachtes door naar Zwitserland en naar de vraag: Wat als ik in een land als Singapore of Zwitserland zou wonen waar het naleven van regels de hoogste moraal kent? In no-time reconstrueerde ik in m’n hoofd het kruispunt dat ik zojuist met mijn shortcut had omzeild (zie plaatje hieronder) en maakte ik de analyse: als ik de verkeersregels zou naleven, zou ik welgeteld (kijk mee) één, twee, DRIE stoplichten moeten volgen om bij mijn huis te komen. Er van uitgaande dat je in de spits 3 minuten bij een stoplicht moet wachten, inclusief de extra omfietsmeters in minuten, zou dat neerkomen op 3+3+3+2= 11 minuten extra tijd voordat ik het resultaat zou kunnen genieten van thuis voldaan m’n jas uit trekken om me in de warmte van m’n appartement te laven… 11 koude klamme natte minuten! Nog voordat ik met m’n handige shortcut m’n huis had bereikt voelde ik al de paralellen met mijn bezigheden van die dag: het optimaliseren van een besluitvormingsproces bij een grote publieke instelling. Om gewenst resultaat te bereiken moest het besluit daar eerst een ellenlange route af van stoplichten die zich manifesteren in verschillende uitingsvormen: het zijn De Belangrijke Mensen (en dat zijn ze dan soms enkel en alleen door die titel aan zichzelf toe te bedelen), of de tal van ICT-systemen waar eerst iets moet worden aangevraagd, ingevoerd of geregistreerd. Het stoplicht is ook Het Overleg waar het nog drie keer ‘langs’ moet of die ene afdeling met een ander belang dat dus z’n stoplicht nog even lekker op rood laat staan. De consequenties hoef ik je niet uit te leggen: we laten ons geniale idee van stoplicht naar stoplicht sturen, totdat we met een omweg van niet 11 maar 1111111111111111111111 minuten, dan ein-de-lijk resultaat behalen. Maar de kans is groter dat we halverwege zijn gestrand en maar gewoon in een café zijn gaan zitten in plaats van de weg naar resultaat te vervolgen, want: zo veel stoplichten voordat we ergens aankomen, dat is niet te doen! Of, erger nog, medewerkers veranderen in gehoorzame schapen die hun hele werkende leven stoplicht na stoplicht affietsen, zich al niet eens meer afvragend waar ze naar op weg zijn, laat staan hoe ze daar het effectiefst kunnen komen. We gaan van stoplicht naar stoplicht, van vergadering naar vergadering, het proces lijkt een doel op zich te zijn geworden. Het beste wordt dit zichtbaar bij mensen in hun eerste baan of mensen nieuw in de organisatie: zij kennen de “stoplichtenroute” nog niet en kiezen vanzelfsprekend de meest logische weg naar resultaat. Hoe vaak worden zij dan wel niet teruggefloten door de gevestigde orde met een schamper lachend “zij begrijpen het duidelijk nog niet!”. Maar is dat echt zo? Begrijpen zij nog niet hoe het werkt, of ben jij het juist vergeten? Dit doet me denken aan die keer in Zwitserland een automobilist belerend haar wijsvinger ophief toen ik de straat overstak op een plek waar geen zebrapad was: “Ik houd me aan de regels Fraulein, dus jij ook!” Waarom dat oog-om-oog tand-om-tand principe handhaven als het gaat om het behalen van resultaat? Mag het ook zijn: ík houd me aan de regels zodat jíj kan laveren? We hebben basis-afspraken, de standaard. Maar die hebben we om variatie mogelijk te maken. Zo stop ik voor heel veel verkeerslichten in de stad op weg naar huis, maar er is één kruispunt waar ik wél de shortcut pak. Ik hoor hoe je bij elke regel harder denkt: ah, jij bent er zo eentje die zichzelf altijd de uitzondering op de regel waant?! (Volgens bepaalde mensen heeft heel mijn generatie hier zelfs last van ;-)) Dit zorgt voor gevaarlijke situaties en anderen zijn daar het slachtoffer van! Nu blijkt echter uit onderzoek dat het ook nog eens veiliger is om af en toe de verkeersregels te overtreden: Amsterdammers staan bekend als de groep die het vaakst de verkeersregels overtreedt, maar ook als de groep die het beste kan anticiperen op onveilige verkeerssituaties… Als je je gedraagt volgens de regels, zou je het verkeer in Amsterdam niet overleven, tel daar nog eens die extra 11 minuten regel-na-leef-kosten bij op en het lijkt me een duidelijke case. Maar dit is geen pleidooi voor een Amsterdams fietsbeleid. Natuurlijk zijn stoplichten om verkeer te regelen net zoals er in een organisatie processen en afspraken zijn om de business in goede banen te leiden. Maar zoals ik op de fiets in de basis alle kruispunten keurig de stoplichten pak, kies ik om flexibel op de situatie te anticiperen als dat mijn doel beter dient, zo moet de business ook ruimte bieden voor variatie en uitzonderingen. Dat zorgt dat mensen blijven nadenken en blijven anticiperen. Als iedereen voorop stelt waar we als organisatie naartoe op weg zijn, komt er wellicht meer tolerantie voor creativiteit en voor het nu en dan eens buiten de paden gaan ten behoeve van het resultaat. Inderdaad; dit verhoogt het risico op een botsing maar daarmee ook de kans op leren en nader tot elkaar komen. Laten we het resultaat, het doel, de bestemming weer centraal stellen in de organisatie. Niet alleen blijven we dan beter oog houden voor het resultaat en onze eigen individuele verantwoordelijkheid in het adequaat en anticiperend behalen daarvan; het wordt ook nog eens leuk en menselijk! Ik kom thuis, eindelijk; de warmte! Aangezien ik zojuist 11 minuten heb bespaard dankzij mijn anticipatievermogen besluit ik deze tijdwinst maar gelijk te materialiseren. Terwijl het bloed langzaam weer in mijn verkleumde tintelende vingers stroomt start ik aan deze column én het kiezen van een nieuwe vakantiebestemming. Ver weg van Zwitserland, maar de buurt van Singapore lijkt me kwa temperatuur heel fijn. Hoe staat het met de processen in jouw organisatie? Laat gerust een reactie achter! |
Liselotte van SteenisOp deze blog deel ik gedachtes en inzichten over wat ik meemaak in organisaties. ArchievenCategorieën
Alles
|